De EBES
Voor wie zich altijd afgevraagd heeft waarvoor de afkorting EBES stond: Energie du Bassin de l’EScaut. De Verenigde Energiebedrijven van het Scheldeland, klonk het in het Nederlands, volgens Wikipedia. Het bedrijf startte als S.E.E. (Société d’Electricité de l’Escaut) en werd in Schelle in 1905 opgericht. Binnen de schoot van de Generale Maatschappij van België, mocht je jou afvragen waar al dat Frans vandaan komt.
Na nog wat naamsveranderingen en fusies werd dat dus EBES in 1956, Electrabel in 1990 en nu ondergebracht binnen het Franse Suez samen met bijna alle andere toenmalige Belgische concurrenten: Engie. Het energiepark van EBES bestaat in 1956 uit de centrales van Merksem, Langerbrugge, Oisquercq, Mol, Oostende, Charleroi en Schelle.
In 1956 was EBES de grootste elektriciteitsproducent van België. Later komt daar in onze buurt, door de komst van SIDMAR (vanaf 1964, nu ArcelorMittal) de grote centrale van Rodenhuize aan de overkant van het kanaal bij. Niet veel later werd ook EBES bouwheer van de kerncentrale van Doel (bouw vanaf 1969, in gebruik genomen vanaf 1975).
In onze regio was EBES een felbegeerde werkgever. Uitstekende werkomstandigheden, een uitdagende job en, geïntroduceerd door de eerste directeur Leopold Herry, één grote gemeenschap die voor zichzelf zorgde. Tuinwijk Herryville schetst vandaag architecturaal nog steeds heel goed waar EBES voor stond: een uitstekende dienstverlening naar de burgers verlenen, een sleutelrol spelen voor de grote bedrijven in de Gentse haven en een warm nest vormen voor de werknemers. Je werd er van bij indiensttreding tot ruim na het pensioen in de watten werd gelegd zodat je geen zin had om het bedrijf plat te leggen (zie sleutelrol industrie) of met waardevolle energieplannen of -ideeën naar de concurrentie over te lopen. ‘Den EBES’ was een begrip in de regio. Net als SIDMAR, de papierfabriek, de Volvo, de Honda, de UCB en de rest van de chemische sector in de haven na de Tweede Wereldoorlog het aanschijn van deze regio veranderd hebben: het landschap, de werkgelegenheid, de welvaart, het comfort, het wegennet en de manier van wonen en leven.
‘De 10 tegels’ is een verzameling van 10 digitale kunstwerken door de Gentse kunstenares en grafisch ontwerper Diane Aerts. De tegels werden ontwikkeld door keramiste Kathleen Wittouck van De Kleituin uit Lovendegem. Deze artistieke samenwerking kwam tot stand bij het Europese Leaderproject De Stadsrand van Toerisme Meetjesland. Het deelproject ‘De 10 tegels’ in Doornzele en Kerkbrugge-Langerbrugge werd ontwikkeld door COMEET Cultuurregio Meetjesland in overleg met de gemeente Evergem, de werkgroep Evergem Ontrafeld, Erfgoedhoeders en enthousiaste buurtbewoners die we ontmoetten op diverse cocreatieve momenten en overlegavonden. Op hun vraag wilden we niet raken aan het landschap met 10 effectieve kunstwerken op het terrein maar voegen we discreet 10 belangrijke Evergemse verhalen en herinneringen toe aan het Stadsrand-landschap, een kunstwerk op zich. Met dank aan iedereen die hier een deel(tje) van uitmaakte. Een bijzondere dank aan de Vlaamse Landmaatschappij die op deze plek, de grens van de gemeente Evergem met de stad Gent een schitterend fietstraject creëerde dat loopt van Kerkbrugge-Langerbrugge tot in Rieme en zelfs tot in Zelzate. Langsheen het traject ontwikkelden zijn rustplekjes, met uitleg over de regio en niet te vergeten ook heel veel natuurgebieden die een verademing vormen in deze industriële omgeving die de Gentse haven is. Ook danken wij de Gentse Havengemeenschap voor de steun en belangstelling tijdens het project.
9940 Evergem