Eugène Dhuicque
Het tuindorp Herryville werd in 1927 gebouwd in opdracht van de elektriciteitscentrale van Langerbrugge, genoemd naar de toenmalige directeur Leopold Herry. Het was een afzonderlijke woonbuurt voor het personeel en is een typevoorbeeld van een naoorlogse tuinwijk in een groene omgeving met aandacht voor de architectuur en ontspanningsmogelijkheden. Er was een casino, een velodroom en plek om samen te eten en te flaneren. En het was allemaal in harmonie getekend met de elektriciteitscentrale.
Getekend zeggen we. Getekend door Eugène Dhuicque. En dat is niet de eerste de beste. Een blik op de Franstalige Wikipedia-pagina leert ons dat Dhuicque een zoon is van de Kortrijkse architect Henri Beyaert wiens hoofd sierde op de laatste briefjes van 100 Belgische frank. Waarom? Hij was tijdens de 19de eeuw één van de Belgische toparchitecten. Eugène Dhuicque dankt zijn achternaam aan zijn moeder die de concubine was van Henri Beyaert en dus niet zijn wettige echtgenote. Eugène Dhuicque, geboren in Sint-Joost-ten-Node, keek enorm op naar zijn ‘vader op afstand’ maar maakte binnen de stroming Art Déco zelf ook flink naam als ontwerper. Hij gaf gezicht aan de bekende Rue Dansaert in Brussel, Square Armand Steurs in Sint-Joost-ten-Node, de huidige Nederlandstalige technische school en voormalige drukkerij aan de Place Anneeessens en hij tekende dus ook het hele complex van de elektriciteitscentrale mét woonwijk Herryville én velodroom voor de technici en ingenieurs van wie de directeur vond dat ze, door er te wonen, dag en nacht konden ingezet worden mocht er zich een stroompanne voordoen.
Maar daar stopt het verhaal van Eugène Dhuicque niet. Want toen hij de wijk Langerbrugge tekende, had hij jaren daarvoor al geschiedenis geschreven in België. In 1915 kreeg hij van de toenmalige Belgische regering om al het erfgoed achter het front in kaart te brengen, te fotograferen en te proberen redden van verwoesting. En dit tijdens de dramatische Eerste Wereldoorlog. Zijn regeringsmissie kreeg een naam: La Mission Dhuicque. Fotograaf Kris Vandevorst van het agentschap Onroerend Erfgoed maakte in 2014, 100 jaar na het begin van de ‘Groote Oorlog’, een boek over deze missie met een bloemlezing uit dit archief: voor die tijd unieke kleurenfoto’s gecombineerd met hedendaagse foto’s die ons een inzicht geven van de werkwijze van Dhuicque. In het boek staan foto’s van het toenmalige Veurne, Ieper, Nieuwpoort, Diksmuide, Torhout, Poperinge, Vleteren, Lichtervelde, Houthulst, Handzame en de dorpen van het Heuvelland.
‘De 10 tegels’ is een verzameling van 10 digitale kunstwerken door de Gentse kunstenares en grafisch ontwerper Diane Aerts. De tegels werden ontwikkeld door keramiste Kathleen Wittouck van De Kleituin uit Lovendegem. Deze artistieke samenwerking kwam tot stand bij het Europese Leaderproject De Stadsrand van Toerisme Meetjesland. Het deelproject ‘De 10 tegels’ in Doornzele en Kerkbrugge-Langerbrugge werd ontwikkeld door COMEET Cultuurregio Meetjesland in overleg met de gemeente Evergem, de werkgroep Evergem Ontrafeld, Erfgoedhoeders en enthousiaste buurtbewoners die we ontmoetten op diverse cocreatieve momenten en overlegavonden. Op hun vraag wilden we niet raken aan het landschap met 10 effectieve kunstwerken op het terrein maar voegen we discreet 10 belangrijke Evergemse verhalen en herinneringen toe aan het Stadsrand-landschap, een kunstwerk op zich. Met dank aan iedereen die hier een deel(tje) van uitmaakte. Een bijzondere dank aan de Vlaamse Landmaatschappij die op deze plek, de grens van de gemeente Evergem met de stad Gent een schitterend fietstraject creëerde dat loopt van Kerkbrugge-Langerbrugge tot in Rieme en zelfs tot in Zelzate. Langsheen het traject ontwikkelden zijn rustplekjes, met uitleg over de regio en niet te vergeten ook heel veel natuurgebieden die een verademing vormen in deze industriële omgeving die de Gentse haven is. Ook danken wij de Gentse Havengemeenschap voor de steun en belangstelling tijdens het project.
9940 Evergem