Duitse bunker
Halfondergrondse betonnen constructie, aan de noordelijke rand van de ‘Lembeekse Bossen’. De bunker is gedeeltelijk overgroeid met klimop. Deze bunker maakte deel uit van de hoofdverdedigingsstelling van de ‘Hollandstellung’. De hoofdverdedigingslijn tussen Strobrugge (Maldegem) en het Kanaal Gent-Terneuzen kent een grote densiteit aan bunkers. De bunkers wisselen af qua typologie. Ze zijn duidelijk opgetrokken aan de hand van bepaalde standaardontwerpen, maar kunnen niettemin variëren in hun uitvoering. De landmacht maakte gebruik van geprefabriceerde betonstenen die, verankerd met ijzers, dienden als gietkoffer waartussen beton gestort werd. Het plafond is meestal gegoten op ijzeren profielen waartussen houten planken waren aangebracht. Deze bunker is een betonnen militaire post met een rechthoekig grondplan van 6 op 8,50 meter. Het plafond is gegoten op halve boomstammetjes, die tussen stalen profielen staken (nog ten dele bewaard). De dakranden zijn afgerond. Rondom de bunker ligt naar verluidt een betonnen pad van twee meter breedte. Ter hoogte van de toegangen aan zuidelijke en westelijke zijde is telkens een betonnen loopvlak afgebakend, met daarin een zinkput. Via een deels verdwenen betonnen trap en een met stalen profielen verstevigde luifel aan zuidelijke zijde, kon de borstwering op het dak bereikt worden. Deze borstwering is 4,80 meter breed, 3,40 meter lang, 1,40 meter dik en 0,90 meter hoog. In de borstwering zouden drie openingen van 10 cm diameter steken. De toegangen, één meter breed, vormen de uiteinden van een geknikte gang, die op zijn beurt via een opening van 0,77 meter breed uitgeeft op de bunkerkamer van 3,65 op 3 meter. Bij de toegangen zijn ijzeren deurelementen bewaard. Op enkele betonstenen is een zwarte nummering te zien. In het plafond steken drie verticale openingen.
Met dank aan Agentschap Onroerend Erfgoed en Provincie Oost-Vlaanderen (www.wegwijzerwoi.be)
9970 Kaprijke