De Bevrijding in Kaprijke
Tekst uit Libera me van Georges Spitaels
Op 16 september 1944 was het een warme heldere dag. De Canadese bevrijders trokken vanuit Eeklo richting Kaprijke om daar hun kamp op te slaan. Om 10 uur verschenen enkele lichte verkenningsvoertuigen in de Voorstraat.
Eindelijk was de bevrijding daar. Een grote kermis en feestvreugde was daar het gevolg van. Wat velen niet wisten, was dat de Duitsers nog vlakbij zaten. onder andere aan het Station bij toenmalig burgemeester Rudolf van Isacker. Toen de burgemeester vertrok naar het stadhuis om de Canadezen te verwelkomen, vroegen de Duitsers of hij mee ging vieren. Ondertussen waren een 4 tal Sherman tanks verschenen, deze posteerden zich op elke hoek van het Plein. De mensen kwamen zingend en dansend naar buiten. Victor Meire speelde de “Brabanconne” met zijn accordeon. Rond 12 uur stapte de Burgemeester terug naar huis, en zei, ik ga terug naar de Duitsers. En inderdaad toen hij thuiskwam, zaten ze nog steeds op zijn hof. Op het Fortjen, trokken er nog steeds Duitsers voorbij. Een rosse jonge Duitser snoefde tegen Gentil Vercruysse. Feest in het dorp ginder? Zijn de Tommies al aangekomen? Morgen komen wij terug en steken alles in brand.
Slachtoffers op het Plein
Rond 18 uur zijn er 20 minuten beschietingen geweest van op de Landsdijk, of van op het fortjen.
Op 5 minuten was het dorp leeg. De mensen vluchtten naar alle kanten en naar de kelders. Velen verstopten zich achter de kerkhof muur. Zo kwam aan het feest abrupt een einde. De meeste bommen kwamen terecht op de weide van het klooster. Maar op het hof van Boerjan (Nu Van De Veere) viel er een bom met slachtoffers als gevolg. Ik was daar bij, vertelt Raymond De Wever mij. Ik liep met mijn maat op het Plein en boerin Elodie Minnaert riep ons om te komen schuilen. We zijn echter niet binnen geraakt. Elodie Minnaert (44j) en Bruno Boelens (68j) vonden beiden de dood. Mariette Boerjan (8j), dochter van Elodie, was gewond.
Slachtoffers Vrouwstraat
Ook in de Vrouwstraat vielen er doden en gekwetsten. Volgens Raymond De Wever was de Witte Brigade vuur aan het stoken aan het vroegere postkantoor in de Vrouwstraat, het huis van de oorlogsburgemeester. Er waren daar veel kijklustigen. Net op dat moment sloeg daar een Duitse bom in.
Slachtoffers: De zusjes Van Rentergem Cecile (13j) en Lutgarde (2j). Alice Lippens (36j), en haar zoontje Wilfried De Kenne (2j).
Bevrijding Fortjen Hogevorst
Toen de Canadezen op 17 september hun opmars voortzetten richting Fortjen werden ze beschoten door een overgebleven Duitser. Hij probeerde een woning binnen te dringen, maar dat is hem niet gelukt. Uiteindelijk werd de Duitster dodelijk getroffen door Canadees vuur.
Volgens nasporingen ging het om de 29 jarige Duitse soldaat Nierhaus Otto. Destijds werd hij voorlopig begraven op het akkerland van familie De Baets op Heine. De gemeentediensten van Bassevelde hebben hem enige tijd later herbegraven op het kerkhof van Bassevelde. Op 22 oktober 1948 werd het stoffelijk overschot overgebracht naar het Duits Soldatenkerkhof te Lommel.
Kort na de oorlog kwam de moeder van Otto naar Kaprijke op zoek naar de plek waar haar zoon gestorven was. Zij liet elk jaar een mis opdragen door de pastoor van Kaprijke voor de zielerust van haar gevallen zoon.
Canadese slachtoffers
Op zondag 17 september trokken de Canadezen verder richting Bassevelde. hierbij werden heel wat Duitsers krijgsgevangen genomen. In de Beekstraat viel een eerste Canadees slachtoffer. Het was Albert Jozef Louis (24j). Een andere Canadees soldaat Robert H. Clark werd zwaargewond naar een veldhospitaal gebracht en stierf 2 dagen later. Hij werd begraven te Calais.
In totaal sneuvelden 6 Canadese soldaten die dag. Zij werden voorlopig begraven op het kerkhof van Kaprijke. Mevr. Anna Claeys, die in het stadhuis van Kaprijke woonde vertelde het volgende: "Ik kon alles volgen van uit het stadhuis in mijn achterkoer die aan het kerkhof ligt. Op een Canadese hulppost werden eerst de lichamen in dekens en tentzeilen gewikkeld en met telefoondraad samengebonden. Daarna werden ze met een korte plechtigheid op het kerkhof begraven. Er waren niet veel aanwezigen. Een Canadese priester, de soldaten die de slachtoffers gebracht hadden, en een 20-tal Kaprijkenaren, die van op afstand, eerbiedig de plechtigheid volgden."
Een jaar later, werden de lichamen overgebracht naar het Canadees kerkhof te Adegem. Ook dit heb ik zien gebeuren. Ik heb jaarlijks de graven op het Canadees kerkhof bezocht, waar ze nu nog steeds liggen op blok 5 op nummers 7 tot 12."
Nog een bijzonder Kaprijks oorlogsverhaal: Omer en Lima
Omer en Lima waren op 23 augustus 1944 getrouwd. Omer was een bakkersgast uit Lembeke. Ze woonden in bij Lima’s ouders in de Wauterstraat. Omer had een schuilput gemaakt op de wei. Tijdens de beschietingen op 16 september om 18 u schuilden Omer en Lima, samen met moeder Maria en buurvrouw Adriana daar. Vader bleef in huis. De Canadezen reden richting Bassevelde via de Beekstraat. Ze zochten overblijvende Duitsers. Buurman Alfons Van Hecke liep bij toeval dan juist naar de schuilput. De Canadezen zagen beweging op de wei richting Fortjen en reden er over het veld naar toe. De Canadezen openden het vuur en schoten twee graanoppers onmiddellijk in brand. Toen alles in lichterlaaie stond gooiden ze granaten in de put, of vuurden met een vlammenwerper. Buurman Alfons werd gevangen genomen. Al spoedig zagen de Canadezen hun vergissing in en lieten Alfons vrij. Hij rende al tierend naar de put om zijn vrouw te bevrijden, maar hij kon haar niet meer helpen. Omer en Lima zaten levend verbrand in elkaar armen in de put. Ze werden door de gebroeders Vercruysse samen in één kist gelegd. Op de spoorlijn Eeklo-Zelzate, nu fietspad, vind je op de grens met Bassevelde (aan de Wauterstraat) een kunstwerk dat refereert naar dit tragische oorlogsverhaal.
9970 Kaprijke