Duitse Rode Kruispost in Vroenhoek
Slechts 22 jaar na het einde van de grote oorlog brak op 10 mei 1940 WO 2 uit en liep het goed uitgeruste Duitse leger België onder de voet. Na slechts 18 dagen capituleerde de regering en was België een bezet gebied.
Op vrijdag 24 mei besloten Duitse oversten hier beslag te leggen op de rechtse boerderij van René De Jaegher. Het gezin moest vrede nemen met de keete, een soort bijhuis om in te wonen. Het grote huis en schuur werden grondig gekuist en ingericht als rode kruis post met drie dokters en verpleging om de vele zowel Belgische als Duitse gewonde soldaten en ook burgerslachtoffers te verzorgen en indien nodig te opereren.
Een van de eerste burgerslachtoffers was mevrouw Basiel De Wilde ( ex schepen te Eeklo), in de rug getroffen door granaatscherven, die na de eerste zorgen overgebracht werd naar het militair hospitaal van OLV Ten Doorn te Eeklo voor verdere verzorging. Op 25 mei werden reeds de eerste doden in doeken gewikkeld om zo respectvol te begraven met militaire stoet en muziekkapel.
Toevallig maakte de familie Spitael als vluchtelingen van Eeklo deze begrafenis mee. Waarschijnlijk kreeg Georges Spitael dan de microbe van oorlogsverslaggever te pakken. Hij schreef ook twee boeken.
Daarna vonden nog twee begrafenissen plaats. Daarvoor werden er burgers aangesteld om de putten te graven. Mevrouw De Jaegher die zwanger was en al een kind had genoot wat meer vrijheid en zag op die manier wat meer wat er op de hoeve allemaal gebeurde.
Door de talrijke gekwetsten die binnen gebracht werden, was er snel plaats tekort en werd hier de linkse hoeve van het gezin René Lippens ook opgeëist. De Duitse officieren namen het huis voor zich, de voorplaats en de grote kamer werden vol gelegd met gewonden op berries.
Vader Lippens mocht deze plaatsen niet meer binnen, alleen moeder Lippens mocht met haar 5 kleine kinderen door de grote kamer tussen de gewonden naar hun slaapkamer.
De gewonde Duitse soldaten werden na de eerste zorgen al vlug getransporteerd naar een Duits legerhospitaal in Sint-Niklaas. Belgische gekwetsten werden na verzorging overgebracht naar OLV Ten Doorn.
Doordat een gestorven Waalse soldaat Wibier zijn portefeuille onder het stro werd gevonden waar hij gelegen had, kon zijn familie verwittigd worden. Drie schoonbroers van soldaat Wibier kwamen naar Lembeke, bestelden een houten kist bij René Cauwels en herbegroeven hun schoonbroer in de kist ter plaatse terug. Later is hij overgebracht naar zijn woonplaats Nimy (Bergen).
Arseen Rondas was in 1940 als 14 jarige, koeier bij René De Jaegher, die schatte dat er die periode een 200 tal slachtoffers in de hulppost te Lembeke verzorgd werden. Doordat de stallen en alle mogelijke plaatsen vol lagen met gewonden werd er nog een grote legertent bij geplaatst. De lijken lagen zelfs tot buiten.
Volgens de bewoners zijn de doden op de hoeve van Henri Pieters, langs de straatgracht naast een grote waterput begraven, een 200 tal meter verwijderd van de rode kruis post. Er zouden 5 Belgische en 8 Duitse soldaten in de Vroenhoek aan hun verwondingen bezweken zijn. Achteraf is er een rozentuintje aangelegd dat na enkele jaren verdwenen is met het opgraven van de lichamen.
Gelukkig voor de bewoners hebben deze toestanden maar enkele maanden geduurd.
NSB Kaprijke-Lembeke
Eric Verstraete
9970 Kaprijke