Bellebargiebossen

De Waarschootse Bellebargiebossen ontlenen hun naam aan de barges die tijdens de hoge Middeleeuwen via de Burggravenstroom (ca. 1240) turf, zout, brandhout en laken naar Gent voerden. De straatnaam ‘Zoutweg’ herinnert ons nog aan de zoutwinning onder de turfgronden. Barges waren platte schuiten, of platbodems, die door paarden- of menselijke spierkracht voortgetrokken werden via een trekweg of tragelweg (cf. Tragelstraat). Wanneer de barge in aantocht was waarschuwde de schipper de houthakkers en turfstekers met een bel. De andere benaming van de Bellebargiebossen, namelijk de Kwadebossen, verwijst naar de slechte, onvruchtbare gronden, moeren (cf. Oostmoer en Wittemoer) en bossen op het Waarschootse grondgebied.

Met medewerking van de gemeente Waarschoot en Heemkundig erfgoed Waarschoot